Recensie: Mieke van der Raay Foto: Jan-Willem Houweling
Op woensdagavond 5 februari stond Roel C. Verburg in theater Pepijn met zijn voorstelling Magisch Realisme. De cabaretier, muzikant en grappenmaker pur sang nam het publiek mee in zijn wereld vol guitige humor, taalvondsten en originele liedjes. Verburg is een man zonder pretenties, ontspannen en authentiek, wat hem een bijzondere podiumuitstraling geeft. Zijn show was een aaneenschakeling van slimme observaties, rake grappen en muzikale intermezzo’s, waarbij hij moeiteloos schakelde tussen scherpe analyses en lichtvoetige fantasie.
Verburg ademt humor, niet alleen op het podium maar ook daarbuiten. Hij stelt zichzelf de vraag: hoe is het om constant grappen te maken? Is dat altijd leuk? En hoe ervaart zijn omgeving dat? Volgens Verburg zelf is het heerlijk, en in zijn liedjes ontsnapt hij soms even aan de realiteit door zich in een ander personage of een andere situatie te verplaatsen. Hier ontstaat de magie van zijn show: hij balanceert tussen de alledaagse realiteit en speelse verbeelding.
Waar zijn vorige voorstelling Rock & Roll draaide om zijn leven als muzikant, richt Magisch Realisme zich op zijn bestaan als komiek. En dat doet hij met verve. Zijn voorstelling is doordrenkt met zelfspot en subtiele humor, zonder ooit schreeuwerig of grof te worden.
Verburg bespeelt het publiek met zowel uitgewerkte anekdotes als korte, doeltreffende humor. Zijn verhaal over het aanspreken van een fietser in een winkelstraat—terwijl hij zelf doorfietst—is een schoolvoorbeeld van zijn stijl: gevat, absurd en herkenbaar tegelijk. Of zijn observatie over stiltecoupés: ‘Als iemand zwijgend in de trein zit, vraag ik of hij misschien naar de stiltecoupé wil gaan.’
Een hoogtepunt was zijn eerbetoon aan drs. P, waarbij hij diens archaïsche taalgebruik feilloos imiteerde en combineerde met moderne straattaal. De zin “Vleit u neer op mijn canapé en laat u beminnen door drs. C.” was een perfecte knipoog naar de iconische stijl van de legendarische liedjeszanger.
Verburg speelt niet alleen met woorden, maar ook met muziek. Zijn liedjes zijn geestig, melodieus en vol verrassende wendingen. Hij legt uit hoe verschillende soorten grappen werken, zoals de ‘callback’, waarbij een eerdere grap op een onverwacht moment terugkomt. Dit paste hij meesterlijk toe met een fictieve rol als ‘geheimagent voor onbenullige klusjes’, die steeds op komische wijze terugkeerde.
Andere taalgrappen spraken direct tot de verbeelding: ‘Een videotheek was vroeger Netflix waar je naartoe moest.’ Of: ‘In een droom iets met een andere vrouw doen is geen vreemdgaan.’
Zijn verhaal over een opdringerige Ziggo-medewerker die een deel van het gesprek opneemt, leidde tot een hilarische monoloog waarin Verburg zich volledig liet gaan, wetende dat de medewerker niet kon ophangen. Het liedje over het eindeloze wachten op een pakketje (‘De bezorger komt tussen acht en acht, vandaar dat ik de hele dag wacht.’) was pijnlijk herkenbaar en tegelijkertijd enorm grappig.
Na de pauze merkte Verburg droogjes op dat iemand uit het publiek was vertrokken: ‘Dat gebeurt soms, hoor ik van collega’s.’ Vervolgens deelde hij de ‘11 uur ’s ochtends-regel’ van comédienne Sarah Millican: of een optreden nu goed of slecht ging, om 11 uur de volgende dag moet je er een streep onder zetten.
De show sloot af met een mix van korte, spitsvondige liedjes en scherpe observaties over taalgebruik, zoals het steeds populairdere ‘geen probleem’ in plaats van ‘graag gedaan’. Het laatste nummer, ‘High five aan jezelf’, was een vrolijke afsluiter waarin Verburg zong: ‘Op een schaal van tien ben ik een elf, al zeg ik het zelf.’
Met zijn unieke stijl, scherpe humor en muzikaliteit bewees Roel C. Verburg dat hij een cabaretier is met een volstrekt eigen signatuur. Magisch Realisme was een voorstelling vol taalplezier, speelse absurditeit en muzikale vondsten—een avond waarin Verburg op meesterlijke wijze de magie van humor tot leven bracht.
