Recensie: Martijn van Vuuren
Foto: Bart Grietens / Daan van den Broek
Sommige voorstellingen voelen als een gesprek met een goede vriend. Zo eentje waarbij je tegelijk moet lachen, slikken en jezelf onverwacht herkent in wat er gezegd wordt. “Rekhalzen”, de gloednieuwe voorstelling van Yentl en de Boer, is precies dat. Gisteravond ging het programma in première in een uitverkocht Delamar Theater, en het duo bewees opnieuw dat ze niet alleen muzikaal uitblinken, maar ook haarfijn weten waar het leven schuurt, schittert en soms even stilvalt.
Sinds hun debuut in 2012 bouwen Yentl Schieman en Christine de Boer aan een oeuvre waarin loepzuivere samenzang, geraffineerde teksten en tragikomische timing moeiteloos samensmelten. Ze wonnen de Annie M.G. Schmidtprijs (twee keer zelfs) en de Wim Sonneveldprijs, en veroverden daarmee niet alleen de theaterwereld, maar ook een plek in het hart van hun publiek.
Met “Rekhalzen” voegen ze een nieuwe laag toe aan hun ontwikkeling. De titel is treffend gekozen: een zelfverzonnen werkwoord dat staat voor het verlangen naar wat nog komen gaat. Halsreikend uitkijken, met alles wat daarbij hoort; spanning, hoop, twijfel, en het ongemak van het niet-weten.
Veertigers vol vragen
Het programma ademt het leven van de veertiger. Je staat zogenaamd “midden in het leven”, met jonge kinderen, werk, relaties die al wat jaartjes meegaan – en tóch is daar die hardnekkige onzekerheid die vroeger, zo dachten ze, vanzelf wel zou verdwijnen met de jaren. Maar nee. Ze is er nog steeds. De vraagtekens, de vergelijking met anderen, de angst om het niet goed te doen. En toch: ondanks dat, of misschien juist daarom, blijven ze reikhalzend kijken naar wat het leven nog brengen zal.
Het is precies dat spanningsveld dat dit programma zo raak maakt. In een van de liedjes klinkt een kleuterstem die mama wakker schreeuwt omdat er gepoept is. Een scène die herkenbaar is voor velen. En ergens, tussen die uitputting door, dringt het besef zich op: dit is waarschijnlijk de mooiste tijd van je leven. Je weet het pas achteraf.
Een berg als metafoor
Het decorbeeld is prachtig en symbolisch tegelijk: een hoge berg, bijna als een wachttoren, waarvandaan ze uitkijken over het landschap van hun leven. Het is geen gladgestreken pad, maar een terrein vol kronkels, kuilen en onverwachte hellingen. De muziek en scènes nemen je mee in die tocht met uitzicht, maar ook met dalen.
Humor met een wrange nasmaak
Zoals altijd weten Yentl en de Boer als geen ander de balans te bewaren tussen licht en zwaar. Tussen schateren en slikken. Het lied over beloofde cadeaus die nooit werden ingelost is ronduit hilarisch en pijnlijk herkenbaar. Net als de liedjes over de ongevraagde meningen die mensen je toewerpen, en die zich, ondanks je goede voornemens, toch nestelen in je hoofd. En dan die heerlijke ode aan de beren op de weg: een stoet van doemscenario’s op muziek gezet, die je genadeloos confronteert met je eigen gepieker, maar dan met een glimlach.
Liedjes die stil maken
Maar “Rekhalzen” durft ook te vertragen en de stilte op te zoeken. Het ontroerende lied over het nichtje van Christine de Boer dat jaren geleden uit het leven stapte, raakt diep. Zacht gezongen, zonder sentiment, maar met een intens soort liefde en verlies. En het liefdeslied over de muggenjacht verdient een plek in de canon van het Nederlandstalige cabaret: een ode aan relaties die al jaren meegaan. Geen vuurwerk, maar vertrouwdheid. Geen verliefdheid, maar verbinding.
Meesters in overgang
Wat Yentl en de Boer echt onderscheidt naast de perfecte chemie en samenklank, is hun virtuositeit in overgangen. Een anekdote over een optreden als laatste wens van een terminaal zieke fan ontspoort op meesterlijke wijze in een mini-opera over een extreem ongemakkelijke situatie. Het is pijnlijk, absurd, en briljant. Ze dansen moeiteloos van serieus naar komisch, van klein naar groots, van kwetsbaar naar voluit belachelijk.
De muzikale begeleiding is subliem. David Gram en Charly Zastrau zorgen voor rijke, gelaagde arrangementen, die het theatrale karakter van de voorstelling ondersteunen zonder ooit de overhand te nemen. Alles klopt muzikaal: van de kleine pianoballad tot de groteske operaparodie.
“Rekhalzen” is niet alleen een cabaretvoorstelling, het is een spiegel, een ode, een troost en een vrolijk duwtje in je zij. Yentl en de Boer zijn in topvorm: muzikaal, inhoudelijk en theatraal. Ze zijn gegroeid, maar zonder hun eigenheid te verliezen.
Wie midden in het leven staat, of verlangt naar wat komen gaat, zal zich in dit programma herkennen. En misschien zelfs, net als ik, met een brok in de keel en een glimlach op het gezicht naar buiten lopen.
Want wie “Rekhalzen” gezien heeft, kijkt voortaan net even anders vooruit.








