Meester Mark waagt de sprong naar het theater

Meester Mark waagt de sprong naar het theater

Recensie: Martijn van Vuuren
Foto: Annemieke van der Togt

Na een aantal boeken te hebben geschreven over het onderwijs vond Meester Mark het tijd om het theater in te gaan. Meester Mark, een bijzondere titel voor de man die eigenlijk nooit echt meester is geweest. Althans, hij heeft zijn PABO-diploma nooit gehaald. De journalist van onder andere het Algemeen Dagblad besloot op 35-jarige leeftijd om zich om te laten scholen tot basisschool leerkracht. Als zij-instromer, of zoals hij het zelf zegt ‘hij-instromer,’ volgt hij een twee-jarig traject waarin hij erachter komt niet geschikt te zijn voor het onderwijs.

Dit kortstondige zijpad in zijn carrière heeft hem geen windeieren gelegd. De ruim 10 jaar die daarop volgde verdient “Meester Mark” zijn geld aan het onderwijs, in plaats van in het onderwijs. 

Hij besloot een boek te schrijven met de titel ‘Meester Mark draait door’ over zijn bevindingen voor de klas. De jaren erna schreef hij meerdere boeken. Op een gegeven moment begon Mark via zijn social media kanalen grappige taalfoutjes te verzamelen en andere leuke kinderlogica. Dit werd online een groot succes. Ook de boeken met zijn verzamelde kinderlogica en foutjes uit schriften van kinderen vond gretig aftrek. 

Na al deze journalistieke successen besloot Mark van der Werf dat het tijd was om het theater in te gaan om ook daar het publiek te laten genieten van de grappige, gekke, ontroerende schrijfsels van kinderen in het onderwijs. 

De avond begint met een fragment van Kinderen voor Kinderen uit het jaar 1985 met het liedje “ochtendhumeur.” Wat blijkt, Mark was vroeger onderdeel van Kinderen voor Kinderen en solist in het nummer dat tot op de dag van vandaag bij menig volwassenen van middelbare leeftijd in het geheugen gegrift staat. 

Al bij de eerste woorden van Mark merk je aan alles dat het een spannende avond is voor hem. Ondanks de lezingen die hij de afgelopen jaren heeft gegeven in het onderwijsveld staat hij met veel ongemak op het podium. Dit is vooral te merken aan zijn onrustige ademhaling, de overmatige speekselvorming die hem nogal eens in de weg zit, zijn onrustige fysiek en de manier waarop hij zijn zinnen afmaakt.

De avond voelt al snel aan als een informatie-avond voor ouders van de basisschool met een leerkracht die het spannend vindt om te spreken voor een groep volwassenen, in plaats van een theatervoorstelling.

Zijn grootste troef is het scherm op de achtergrond met daarop al die aandoenlijke uitingen van kinderen die hij in de loop der jaren bij elkaar heeft gesprokkeld met behulp van leerkrachten, onderwijs assistenten en ouders uit het hele land. Deze werken eigenlijk altijd en toveren een lach op de gezichten van het uitverkochte theater in Hoofddorp. 

Mark heeft alle inzendingen geordend in verschillende categorieën die hij aan elkaar praat met anekdotes uit zijn korte periode waarin hij studeerde aan de PABO. Ondanks alle respect en lof die hij uit voor al die mensen die dagelijks geweldig werk doen voor de klas, is zijn verhaal niet echt een promotie praatje voor het onderwijs die het wel kan gebruiken met het huidige lerarentekort. De ene ervaring is nog pijnlijker dan de ander en hij durft zichzelf hierin zeker kwetsbaar op te stellen met de nodige zelfspot. 

Zo moeilijk als hij het destijds vond om de aandacht van de klas vast te houden, zo lastig lijkt het hem nu soms ook af te gaan. De anekdotes zijn niet erg sterk opgebouwd, lijken soms niet echt ergens heen te gaan. De interactie met de zaal die hij soms probeert te krijgen voegt weinig toe omdat het hem niet lukt om daarin scherp of gevat te zijn. 

Het is Mark van der Werf niet gelukt om met zijn voorstelling “De grappigste taalfoutjes uit de klas” echt theater te maken. Met een eenvoudig, maar prima decor en twee wisselende lichtstanden voelt het toch niet aan als een avond theater. Een verhaal in een theater moet in een vorm gegoten worden om die magie van theater te vangen. Zo wisselt hij regelmatig van de speelvloer naar een ouderwets schooltafeltje. Op het moment dat hij daar gaat zitten gaan de lichten uit en de spot aan op de tafel. Dit is het moment dat je verwacht dat er iets anders gaat komen. De eerste keer dat dit gebeurt is dit het moment dat hij gaat voorlezen uit zijn boek. Dit lijkt dan de code te zijn voor de voorstelling. Echter wordt deze code al vrij snel doorbroken doordat hij een verhaal vertelt op de vloer om het vervolgens af te maken achter zijn tafel en daarna weer op te staan. Op deze manier heeft de wisselende lichtstand geen functie en werkt het juist verwarrend. 

Dat de meester (die geen meester is) een hele slimme journalist is gebleven mag duidelijk zijn. Hij heeft een gat in de markt gevonden met zijn taalfoutjes waar veel vraag naar is, en die echt wel heel grappig zijn. Echter is het vak van een theatermaker echt een ander vak, en hierin is hij helaas niet echt geslaagd. De meerwaarde van een avondje theater ten opzichten van het lezen van het boek is daardoor dan ook minimaal. En dat is jammer, want de gunfactor heeft hij zeker. 

Dat blijkt ook wel gezien de grote hoeveelheid kaarten die hij bij aanvang van zijn tour al heeft verkocht. En het is nooit te laat, want een beetje docent kan alleen maar beamen: je bent nooit te oud om te leren.

Share

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.