Freek Bartels had er stiekem al heel erg op gehoopt dat The Normal Heart weer terug kwam in de theaters. ‘Toen ik het belangrijke belletje kreeg hoefde ik daar niet zo lang over na te denken.’ 4 jaar lang zijn ze al met het stuk bezig, Freek is dan ook trots op het stuk. ‘3 jaar geleden hadden we de eerste lezing. Vorig jaar stonden we in DeLaMar en nu zijn we weer terug. Het blijft een actueel onderwerp.’
Het is actueel omdat het gaat over HIV/aids, maar het gaat ook over liefde, vriendschap en over een subgroep die niet gehoord werd. ‘Helaas is homo-emancipatie nog steeds actueel, maar het gaat over iedereen die ergens voor staat en niet gehoord wordt. Leven en laten leven zou ik zeggen. Dat mag wat mij betreft best nog wat vaker worden toegepast’, aldus Freek.
The Normal Heart maakt het voor Freek bijzonder omdat dit zijn eerste uitstapje was buiten het musicalrepertoire. Wat hij leuker vindt kan hij niet beantwoorden. ‘Dit project maakt het voor mij wel ontzettend mooi en leuk door Job Gosschalk (de regisseur) en de collega’s waarmee we mogen werken. We zijn een samengesteld gezelschap en dat werkt heel goed. De rol staat ook wel dichtbij mezelf in vergelijking met een aantal andere rollen, dus dat maakt het ook wel bijzonder.’ Het is iets heel anders en Freek houdt erg van diversiteit. ‘Ik ben ook helemaal tegen de Nederlandse hokjesmentaliteit.’
Freek speelt Felix Turner, een modejournalist bij The New York Times. De hoofrolspeler Ned Weeks (gespeeld door Frederik Brom) komt met hem in aanraking omdat hij wil dat The New York Times aandacht gaat besteden aan de aidsepidemie. ‘Dan ontstaat er een liefdesrelatie tussen die twee. Ze zijn erg verschillend, maar gaandeweg komen ze er ook achter dat beiden liefde en geborgenheid zoeken in een tijd waarin dat heel moeilijk is. Felix Turner is op zijn werk en voor mensen daarbuiten niet openlijk homoseksueel, omdat hij daar bang voor is. Dat is iets dat ik mij totaal niet kan voorstellen.’ De liefdeslijn vond Freek gelijk al erg mooi toen hij het stuk voor de eerste keer las. ‘Twee mensen die door zo’n situatie gaan en van alles op hun pad krijgen, maar wel besluiten om voor elkaar te gaan ondanks wat andere mensen daarvan vinden.’
Freek kan de angst om uit de kast te komen niet zo goed voorstellen. In zijn privésituatie is alles heel normaal verlopen en hij heeft er nooit mee geworsteld. ‘Ik weet nog toen ik uit de kast kwam dat er niet vervelend of naar op werd gereageerd. Ik kan mij wel voorstellen dat het moeilijk is, maar ik kan mij de situatie niet voorstellen omdat ik het zelf niet heb meegemaakt. Het lijkt mij wel afschuwelijk om te ontkennen wie je eigenlijk bent.’ Iedereen wil gewoon zichzelf zijn, ongeacht geaardheid. ‘Het zou zo fijn zijn als het hele etiket homo/hetero er niet meer zo toe doet.’
Het toneelstuk is meer dan homo/hetero alleen en Freek vindt het dan ook een erg mooi verhaal dat nooit vergeten mag worden. ‘Of het nou over twee mannen of vrouwen gaat, dat doet er niet toe. Het gaat erover dat je ergens voor gaat staan.’