Interview: Martijn van Vuuren en Daan van den Broek
Zondag 3 maart speelden Andries Tunru en Stefan Hendrikx samen met muzikant Joep Hullegie de (ongeveer) 100ste voorstelling van Beperkt Houdbaar in de Leidse Schouwburg. Na de voorstelling zochten wij Andries en Stefan op voor een vraaggesprek.
Wat is het verschil tussen het spelen van je soloprogramma en deze improvisatie voorstelling?
A: De voorbereiding is zo anders. Het maakproces is zo allesverzengend groot bij een solo. Je bent een half jaar alleen maar aan het schaven. Bij deze voorstelling weten we dat het goed komt en zijn het vooral praktische zaken die je moet regelen.
S: Bij improvisatie maken we samen de voorstelling ter plekke en daarna is het er nooit meer. Het is zelfs extra uniek omdat we het publiek tekeningen laten maken voor de input van de show. Als we dan één andere tekening hadden opgeraapt zou de voorstelling totaal anders zijn geworden.
A: Daarnaast moet je je zo focussen om deze voorstelling te doen, nog veel meer dan met een geschreven cabaretshow. Je zit zo in een soort hyperfocus de hele tijd, om alles te zien en te horen vooral. Stefan kijkt zo, dus dat geeft onze personages deze lading en dat betekent iets voor het verhaal. De microgevoeligheid die je daarvoor moet hebben nekt mij iedere keer qua energie.
Dat begint natuurlijk al tijdens de gesprekjes die jullie hebben bij aanvang van de voorstelling?
A: Sterker nog, de inloop is eigenlijk voor mij het belangrijkste kwartier van onze voorstelling. Het publiek moet meeleven met ons als privé persoon. Dat maakt het lolletje van improvisatie. De gunfactor moet hoog worden. We vragen best wat van het publiek om naar een volledig geïmproviseerde show te komen, dus we moeten ze een beetje bij de hand nemen. De gezelligheid en de sfeer is dan voor ons super belangrijk.
S: Het helpt als ze ons vooraf gewoon ‘als mens’ hebben kunnen zien, omdat je later in de voorstelling steeds door de personages heen ook weer de mensen Andries en Stefan ziet.
Jullie spelen tijdens de voorstelling 4 verschillende verhaallijnen van het publiek en laten die uiteindelijk allemaal samen komen. Hoe werkt dat?
A: Ik hoef zelf nooit tijdens de voorstelling een eindpunt te verzinnen of de puzzel te leggen, want ik sta met een genie op het podium. Ik hoef alleen maar te kijken, te luisteren en lol te trappen met mijn beste vriend.
S: Dat is honderd procent visa versa. Soms doet Andries iets en denk ik ‘leuk, ik had hetzelfde idee,’ en dan snappen we elkaar volledig. Soms doet hij iets en dan denk ik: ‘briljant! Daar weet ik nog iets leuks bij!’ Je raakt de hele tijd geïnspireerd door elkaar, en zo blijf je maar bouwen tot het een voorstelling is geworden.
Heb je dan nooit avonden waarbij het niet echt lekker uit de verf kwam?
A: Voor mij gevoel is de variantie in kwaliteit van deze voorstelling minder dan bij een solo cabaret voorstelling. Deze show is zo toegankelijk. Terwijl, als een onderwerp van mijn soloprogramma zoals religie je niet aanstaat, en je vindt het niet fijn dat daar kritiek op is, dan vind je de show sowieso niet leuk. Er zijn inhoudelijke redenen waarom je af kunt haken. Dat is bij deze show eigenlijk nooit.
Heb je dan nooit dat er weinig input komt vanuit de gesprekjes met het publiek?
S: Laatst hadden we een man van misschien wel 90 jaar, en hij verstond niet wat we aan hem vroegen. Toen hebben we het gesprekje niet zo lang gemaakt. Dan gebruiken we wat hij wel heeft gezegd als inspiratie. Alleen moeten we dan iets meer zelf verzinnen bij dat verhaal, maar ook dan komen we er wel uit.
A: En we doen natuurlijk vier tekeningen. Het is zelden dat er vier “mwa” verhalen zijn. Maar inderdaad, ook dan komen we er uit. En niet alle verhaallijnen duren dan ook even lang.
Naast het improviseren van het verhaal werken jullie ook met muzikant Joep Hullegie, en improviseren jullie ook liedjes.
A: Mensen vinden het vaak heel knap dat wij een melodie van een liedje improviseren. Voor mij is dat de moeilijkheid niet.
S: Nee dat is heel makkelijk. Het rijmen van de teksten is veel moeilijker net als het verzinnen waar het over moet gaat. Mensen denken soms dat er al dingen vast zijn gelegd van te voren. Dit is niet zo. Dat zou juist heel moeilijk zijn. Dan moet je gaan puzzelen met dat wat we al hebben, en hoe dat dan past in dit verhaal. Nu begin je bij nul en kun je gaan bouwen met dat wat je krijgt uit de zaal.
Wat is het grootste talent van de ander?
S: Dat zijn er echt heel veel! Hoe ad rem jij bent en hoeveel grappen jij kunt maken tijdens de vraag gesprekjes met de zaal vind ik echt heel knap.
A: Stefan is een enorme generalist en dat is de kwaliteit van onze samenwerking. We vinden allebei taal echt heel leuk, muziek heel leuk, beweging leuk en verhaal maken leuk. De combinatie die we daarin vinden is een van de meest vruchtbare dingen die we hebben in ons gezelschap. Daarnaast kan Stefan heel goed personages een bodem geven. Stefan is echt een acteur die de toneelschool heeft gedaan. Hij kan de tragiek opzoeken en echt invoelbaar spelen.
Tot slot een dilemma: Nooit meer solo of nooit meer als duo?
A: Ahhh neeee!
Dan is het voor mijn mentale gezondheid echt beter om dit niet op te geven. Het is niet alleen artistiek heel leuk om je te kunnen spiegelen aan Stefan als briljant comedian en Joep als briljante muzikant, maar het is ook gewoon veel gezelliger om met zijn allen op tour te zijn. Anders zit ik ook maar in mijn eentje in de trein met een restje bami en mijn noise cancelling koptelefoon.
S: Voor mij heel makkelijk! Sowieso solo! Hahaha nee!!! Het is zoveel gezelliger samen. En ik hoor iedere grap elke avond voor het eerst. Dus hoeveel lol ik heb tijdens het spelen! Ik ken mijn eigen grappen in mijn solo ondertussen wel. Dus bij Beperkt Houdbaar heb ik ook zelf iedere avond een top avond!
Benieuwd naar de recensie van de premiere van Beperkt Houdbaar? Klik hier: