Recensie: Mieke van der Raay
Afgelopen zondag 8 juli was de première van het Pauperparadijs in het Koninklijk theater Carré.
Als je de titel hierboven leest, denk je, wat een zware kost moet deze voorstelling zijn – ja en nee, inderdaad is het gegeven waarover de voorstelling gaat best wel zwaar, maar de makers hebben er een leuke twist aan gegeven, zodat je van deze voorstelling leert. Waar je op sommige momenten mee kan lachen, maar ook sommige momenten het echt niet droog kan houden.
Na twee zomers succesvol gespeeld te hebben in Veenhuizen, staat Het Pauperparadijs deze zomer in Theater Carré. Het Pauperparadijs is een theaterspektakel dat gebaseerd is op het boek van Suzanna Jansen. In het boek gaat ze op zoek naar haar familiegeschiedenis en stuit hier op een belangrijke, maar vergeten, gebeurtenis uit de Nederlandse geschiedenis. De hoofdrolspelers uit het verhaal, Theunis en Cato, zijn de betovergrootouders van Suzanna. We volgen hen en stappen zo in het leven van twee eeuwen geleden. Al speelt het verhaal zich grotendeels af in Veenhuizen in Drenthe, het verhaal begint in Amsterdam, in de Jordaan. Hier stond aan de Prinsengracht het Aalmoezeniersweeshuis waar veel wezen en verlaten kinderen uit Amsterdam en omgeving verblijven. Sommige zijn wees, anderen hebben wel ouders, maar die kunnen niet voor ze zorgen en hebben ze daar gebracht. In 1826 worden onaangekondigd al deze kinderen vanuit het weeshuis gedeporteerd naar Veenhuizen. Om een opstand te voorkomen – ondanks dat ze in het weeshuis zaten, hadden vele kinderen nog familie in Amsterdam – gebeurde dit ’s nachts. De kinderen stond een barre tocht van dagen te wachten. Tegenwoordig lijkt Drenthe dichtbij, maar destijds was dat een heel ander verhaal. Dagen waren ze onderweg, een tocht die onder meer ook over de Zuiderzee voer, een tocht die niet iedereen kon overleven. Hoe hard en onmenselijk dit ook allemaal klinkt, de inzet van deze gebeurtenis was dat niet. Het ontstond allemaal met de overtuiging van Johannes van den Bosch, die een plan had gemaakt om de armoede in twaalf jaar te bestrijden, sterker nog, uit te roeien. Hiervoor werden in Veenhuizen gestichten gebouwd om armen, de paupers, te heropvoeden, zodat ze niet meer zouden bedelen, maar beschaafde burgers zouden worden die in hun eigen onderhoud konden voorzien. Hiervoor moesten zij uit hun dagelijkse omgeving gehaald worden, om te zorgen dat ze niet snel zouden teruggaan naar hun oude leven. Helaas werkte het niet uit, zoals van den Bosch bedoeld had. Hij had gedacht dat hij deze paupers en landlopers met tucht en discipline zou kunnen drillen tot de beschaafde burgers die hij voor ogen had. Deze omgang had echter de uitwerking dat mensen niet gewend waren om voor zichzelf te denken en te zorgen, alle zelfstandigheid was ze ontnomen. Dit resulteerde erin dat zij niet voor zichzelf konden zorgen en in hun eigen levensonderhoud konden voorzien, wanneer zij het gesticht verlaten hadden. Ze waren geen eigen verantwoordelijkheid en initiatief gewend. Het hele project was gestart met goede bedoelingen en ideële motieven, maar had jammer genoeg een fatale afloop. Uiteindelijk kreeg Veenhuizen zo’n slechte naam, dat iedereen die daarvandaan kwam dat probeerde te verzwijgen, om niet direct met de nek aangekeken te worden door de omgeving. Als mensen wisten dat je uit Veenhuizen kwam, was de kans om een nieuw leven op te bouwen eigenlijk niet meer aanwezig. De schaamte voor armoede was zo groot dat men het verzweeg. Dit is ook één van de verbindingen van het verhaal naar de hedendaagse tijd. Nog steeds spreken we niet graag over armoede, terwijl weinig geld hebben niets te maken heeft met wie je bent. Ook arme mensen en de paupers uit de geschiedenis hebben een verhaal te vertellen, zij zijn niet dom, maar worden vaak te snel aan de kant gezet. Hoe mooi is het dan, dat met Het Pauperparadijs deze mensen alsnog een stem krijgen.
Het verhaal grijpt je bij de keel en spreekt je aan, tenminste als je van dit soort verhalen houdt. Persoonlijk hou ik van dit soort verborgen verhalen en zat geregeld op het puntje van mijn stoel om maar niets te missen, helaas gold dit niet voor iedereen; na de pauze was de zaal toch iets leger dan voor de pauze, dat is erg jammer, het is toch een stukje geschiedenis wat je mee krijgt. Dat de zaal leger was, lag echt niet aan het spel en de zang van de spelers, zij waren echt fenomenaal en wisten het verhaal heel integer en met respect te brengen. Het lag zeker ook niet aan de fantastische live
band en het grootse decor, het zat hem puur in het feit, dat dit geen zomaar een gewone voorstelling is, er waren geregeld kleine onderbrekingen in het verhaal, wat naar heden ten dagen verwees, zoals ze nu met de vluchtelingen omgaan en hoe mensen moeten en kunnen overleven in de bijstand. Dit was best wel af en toe verwarrend. Maar zoals eerder gezegd waren de spelers echt ontzettend goed, Margreet Boersbroek als Cato en Steyn de Leeuwe als Teunis, speelden heel natuurlijk en hun stemmen passen perfect bij elkaar, Rosa Da Silva speelde meerdere rollen, maar Aagje – het zusje van Teunis – sprong er echt uit, zij deed dit echt subliem en had zich echt goed in deze rol verdiept. Dragan Bakema speelt Johannes van den Bosch, zijn wissel tussen twee rollen in enkele seconden is echt van hoge klasse. Peter Drost heeft ook meerdere rollen, er was nooit onduidelijkheid wie hij nu was op dat moment en bewijst maar weer eens wat een veelzijdig acteur hij is. Manon Nieuweboer heeft een charismatische uitstraling, je moet naar haar blijven kijken, haar blikken vertellen je alles. Dan was er nog de verteller, Paul R. Kooij, niet echt een makkelijke rol om op zich te nemen, hij moest het verhaal aan het publiek proberen uit te leggen, wat hem heel goed afging, maar moest ook nog diverse rollen op zich nemen, hij was de belangrijke schakel tussen het verhaal en het publiek, hier en daar heel theatraal vertellend, wat soms net iets over de top over kwam, maar duidelijk was hij wel.
Het kan zijn als je naar deze voorstelling gaat dat je niet deze spelers hebt, ze hebben namelijk twee verschillende groepen spelers, de andere spelers zijn: Stefan Rokebrand als Johannes, Gusta Gelijnse als verteller, Bart Rijnink als Teunis, Lottie Hellingman als Cato, Kees Boot als Directeur Schepenaar, Myrthe Burger als Aagje en Debbie Korper als Thea Thoorop.
Het Pauperparadijs is een theaterspektakel, met een alledaags verhaal, maar een verhaal waarvan je kan leren, een voorstelling met een boodschap, die je nu in het heden kan mee pakken in je leven en om je heen. Geef nooit op en leef je leven met jezelf en met elkaar.
Voor meer informatie:http://hetpauperparadijs.nl/
FOTO: Mieke van der Raay