Recensie en foto’s: Martijn van Vuuren
Sommige voorstellingen zuigen je langzaam een andere wereld in. Andere nemen je bij de hand en sleuren je er met een bezielde roffel en een jazzy blazerssectie middenin. Hadestown, dat 29 juni in Koninklijk Theater Carré zijn Nederlandse première beleefde, behoort zonder twijfel tot die laatste categorie. Met een daverend slotapplaus en een publiek dat meermaals uit zijn dak ging, werd de avond bekroond met een zeldzame magie. En als dan ook nog maker Anaïs Mitchell zelf opduikt om het slotlied mee te zingen met de voltallige cast, dan weet je: dit is er een voor de boeken.
Mitchells pad naar Broadway begon bescheiden. Hadestown was eerst een conceptalbum, later een off-Broadway hit en groeide daarna uit tot een gelauwerde Broadwaymusical, bekroond met acht Tony Awards. Wat begon als een folksprookje groeide uit tot een hedendaagse vertelling over macht, hoop en liefde. Mitchells eigen aanwezigheid in Carré, bescheiden maar stralend, gaf de voorstelling extra glans. Een maker die oogst wat ze met jarenlange toewijding zaaide.
Het verhaal blijft tijdloos. Of juist actueler dan ooit. In een wereld geteisterd door een eeuwige winter ontmoeten Orpheus (Jeangu Macrooy) en Eurydice (Sara Afiba) elkaar. Hij is een idealistische muzikant die gelooft dat zijn lied de wereld kan helen. Zij is een overlever, getekend door armoede en kou. Wanneer ze zich laat verleiden door Hades (Edwin Jonker) om af te dalen naar zijn ondergrondse rijk in ruil voor veiligheid, begint Orpheus aan zijn tocht vol muziek, twijfel en liefde om haar terug te halen. In de onderwereld heerst Hades met ijzeren hand, bijgestaan door zijn vrouw Persephone (Joy Wielkens). Hermes (Claudia de Breij) is onze gids, de verteller van een verhaal dat we blijven herhalen. Omdat het hoop geeft. Zelfs als we weten hoe het afloopt.
De kracht van Hadestown zit in de mix van oud en nieuw. De tragedie van Orpheus en Eurydice, al eeuwenoud, wordt zonder stoffigheid vertaald naar onze tijd. Met een economie gebaseerd op angst, muren en arbeid, een klimaat dat ontwricht raakt en mensen die kiezen tussen vrijheid of veiligheid. Het is geen verhaal over Griekse goden. Het is een verhaal over ons.
De cast speelt met bezieling. Jeangu Macrooy laat met gemak horen waarom hij opnieuw gecast werd in een grote Engelstalige rol. Na zijn indrukwekkende optreden als Jezus in Jesus Christ Superstar bewijst hij zich hier opnieuw. Zijn stem draagt met souplesse de complexe melodielijnen van Orpheus. Hij zingt, smeekt, gelooft en twijfelt, allemaal tegelijk. En hij doet dat met een kwetsbaarheid die raakt.
Sara Afiba is de grote verrassing van de avond. Haar Eurydice is rauw en echt. Geen sprookjesachtig meisje, maar een vrouw met littekens en keuzes. Haar stem is krachtig, haar spel intens.
En dan Joy Wielkens. Wat een stem. Wat een présence. Haar Persephone is scherp, zwoel en vol vuur. Bij het openingsnummer “Our Lady of the Underground” na de pauze barstte het publiek spontaan in luid applaus uit nog voor de laatste noot was gevallen. Terecht. Haar soulvolle uithalen en expressieve spel geven deze godin van de lente de zinderende energie van een soulzangeres. Een absoluut hoogtepunt.
Claudia de Breij, die als Hermes debuteert in het musicalvak, maakt een bijzondere indruk bij haar entree. De opening van de voorstelling is ongewoon en verrassend en ze weet daar direct indruk mee te maken met een totaal andere sound dan dat we van haar gewend zijn. Toch zakt haar rol daarna wat weg. Hermes blijft in deze versie vooral een verteller op afstand, waardoor Claudia minder kans krijgt om te schitteren dan je zou hopen.
De muzikanten verdienen een speciale vermelding. Ze zitten zichtbaar op het podium en zijn niet zomaar begeleiding, maar een levend onderdeel van het verhaal. De blazers, het ritme, de rauwe randen van de muziek, ze sturen de emotie.
Ook benoemenswaardig, is het decor. Rachel Hauck (decor) en Bradley King (lichtontwerp) creëren met ogenschijnlijke eenvoud een sfeer die maximaal binnenkomt. Zonder grote decorwissels weet je precies wanneer je je in de onderwereld bevindt en wanneer je boven bent. De drie draaiende schijven op het podium zijn fascinerend in hun eenvoud en impact. Vooral het nummer “Wait for Me”, prachtig gezongen door Macrooy en ondersteund door een energiek ensemble, wordt naar een hoger plan getild door de lichtvondsten. Een visueel en muzikaal hoogtepunt.
Conclusie: Hadestown in Carré is meer dan een musical. Het houdt ons een spiegel voor van de wereld waarin we leven. Een verhaal dat zingt over liefde, verlies en vertrouwen in een wereld die te vaak voor angst kiest. De cast levert een indrukwekkende prestatie, met Sara Afiba als openbaring en Joy Wielkens als koningin van de avond. Een voorstelling die je hoofd aan het denken zet en je hart laat zingen.
Ga. En laat je meenemen.


