Recensie: Martijn van Vuuren
Foto: Daan van den Broek
In de periode voorafgaand aan Pride Amsterdam is het inmiddels traditie dat Opus One met een voorstelling komt die aansluit bij het thema waar de Pride om draait; Inclusiviteit en diversiteit.
Zo zagen we in voorgaande jaren de musical ‘Fun Home’, en ‘Falsetto’s.’ Dit jaar brengt Opus One een nieuwe originele Nederlandse musical met de titel; ‘De mol en de paradijsvogel.’
De mol en de Paradijsvogel gaat over het leven van Albert Mol. De eerste bekende Nederlander die in het jaar 1969 tijdens een interview tegenover presentator Koos Postema in het programma ‘een groot uur U’ openlijk uitkwam voor zijn homoseksualiteit.
Ondanks deze pioniersfunctie is Albert Mol nooit echt een groot icoon geworden voor de homogemeenschap in Nederland. In de nieuwe musical van Opus One die geschreven en geregisseerd is door Daniel Cohen, wordt het verhaal van Albert Mol verweven met het verhaal van Wassim. Wassim (Simyan Elkattabi) is een jonge Syrische vluchteling die zijn heil zoekt als drag artist in het tolerante Nederland. Helaas komt hij er al snel achter dat Nederland nog lang niet zo tolerant is als hij gehoopt had.
In deze nieuwe musical wordt op een intelligente wijze de geschiedenis van Albert Mol verweven met een verhaal uit het heden en komen we de schrijnende waarheid onder ogen dat er de afgelopen 50 jaar nog niet heel veel veranderd is in het liberale Nederland. Het land dat denkt voor te lopen in zijn liberalisme, vrijheid en tolerantie blijkt eigenlijk stil gestaan te hebben.
De strijd die Mol in zijn leven heeft moeten voeren, herhaalt zich in het leven van Wassim vandaag de dag.
In de nadagen van zijn leven zien we Albert Mol (Laus Steenbeeke) die tijdens een slapeloze nacht besluit al zijn spullen, en daarmee zijn herinneringen bij het grofvuil te zetten. Dit is het moment dat al die herinneringen weer als een spiegel aan hem voorbij trekken.
Zo zien we zijn moeder Miep (Renée de Gruijl) waarmee hij geen makkelijke relatie had, zijn eerste liefde Fijn Nijhoff en Luce Bor, de vrouw waarmee Mol kortstondig getrouwd is en waarmee hij een dochter heeft. Gedurende de voorstelling zien we vooral ook zijn grote liefde, Guerdon Bill, ofwel Geurt (Milan van Weelden) waarmee hij 30 jaar samen is geweest en zijn collega/vriend Wim Sonneveld (Frans Mulder) die een hele andere manier had om met zijn geaardheid om te gaan door dit voor het publiek verborgen te houden.
Tussen het levensverhaal van Albert Mol door zien we dus de strijd van Wassim, de extravagante jongen die veel afkeuring tegen komt. Zelfs Bob en Leo, het homostel dat Wassim geholpen heeft bij zijn asielaanvraag, staan afwijzend tegenover de flamboyante manier waarop Wassim zich presenteert. Aan het eind van het stuk zien we hoe Wassim, al dwalend door de donkere straten van Amsterdam in een soort van koortsdroom een man ontmoet met de naam Albert. En zo komen twee verschillende verhalen van twee mannen uit verschillende tijden samen.
De cast van de voorstelling is enorm sterk. Laus Steenbeeke is een gedroomde Albert Mol. Het is mooi om te zien hoe ervoor gekozen is om de man achter de extravagante verschijning te laten zien. Niet een karikatuur, maar een man die strijdt met de waarden waarvoor hij staat in zijn leven.
Silvan Elkattabi is een nieuw gezicht in theaterland. Deze tweedejaars student van Conservatorium Codarts oogt in het begin nog wat onzeker, maar groeit gedurende de voorstelling. Met zijn mooie stem weet ook hij vooral de kwetsbare kant achter het masker van de drag geloofwaardig neer te zetten. In de excentriek kant van de rol was hij niet altijd even overtuigend.
Een andere grote kracht in deze voorstelling is het 6-koppige ensemble. Zowel vocaal als qua dans zijn ze zeer overtuigend en hebben ze de lachers op de hand. Vooral het nummer over cafe Krokodil is hilarisch. Naast zang en dans in het ensemble vertolken de 6 mannen ook kleine bijrolletjes.
De muziek van de voorstelling is van Jan Groenteman en Ezra van Nassauw. Qua stijl gaat het vele kanten op. Van oud-Hollandse revue-achtige nummers tot jazz. Waarbij onder de vrolijke melodieën vaak de tragiek zit in de teksten.
Er is in deze bijna 2 uur durende voorstelling gekozen om zonder pauze te spelen. Dat heeft het gevolg dat het wat lang voelde. De voorstelling kende een aantal dipjes in de spanningsboog. En zeker als je dan zonder pauze speelt had er wat geschrapt kunnen worden om het tempo nog wat meer op te voeren.
De Mol en de paradijsvogel is nog tot en met 6 augustus te zien in het DeLaMar theater in Amsterdam, en toont maar weer eens aan hoe belangrijk het vandaag de dag is om aandacht te blijven schenken aan deze thematiek.