Recensie en foto’s: Mieke van der Raay
Afgelopen vrijdag 12 november was de wereldpremière van Winter/21/J in het Korzo theater in Den Haag.
Lange tijd was het vanzelfsprekend dat de witte man het middelpunt van de samenleving vormde. Maar inmiddels is zijn identiteit onderwerp van het maatschappelijk debat. De traditionele mannelijkheid staat onder druk. Witte mannen worden steeds vaker met hun privileges geconfronteerd of gevraagd om plaats te maken. Zelf hebben ze ook soms last van vastgeroeste ideeën over hoe je je als man hoort te gedragen; gevoelens kun je beter niet uiten, want echte mannen huilen niet.
Choreograaf en theatermaker Ryan Djojokarso neemt het leven van hoofdpersoon J. onder de loep, in een voorstelling vol dans, theater en live zang.
Bij binnenkomst in de zaal staat er al een goed uitziende blanke jongeman op een witte verhoging, hij heeft alleen zijn onderbroek aan, zijn kleding ligt netjes opgevouwen naast hem op de grond. Heel langzaam begint hij zich aan te kleden, hij neemt er ruim de tijd voor. Eenmaal aangekleed begint hij wild te dansen. De muziek gaat in golfbewegingen van extreem luid en ritmisch tot verstild. Je kan niet anders dan ademloos naar de performer kijken. Hij wisselt breakdance af met bijna gymnastische bewegingen. Hij laat de complexe choreografie makkelijk lijken. Plots verschijnen er vijf donkere zangeressen, die hem uitdagen. Hij raakt hierdoor uit balans en weet zich geen houding te geven. Hij voert een krampachtige strijd met zijn eigen schaduw en met zichzelf. Zodra de zangeressen verdwenen zijn, begint hij zich met wilde bewegingen helemaal uit te kleden. Het is knap van de performer dat zijn naaktheid geen enkele belemmering is, welke dansbeweging hij dan ook maakt. Hij kijkt zonder enige vorm van gêne gewoon het publiek aan en daagt het zelfs uit. Hij toont zijn mannelijkheid op diverse manieren: hij laat stoer zijn spierballen zien, zwaait met zijn geslachtsdeel en pakt dit zonder enige terughoudendheid vast. Hij verkondigt dat hij als man zijn ‘pik respecteert’. Dan verschijnen de vijf zangeressen weer en straffen hem voor zijn provocerende houding. Ze slaan hem echt. Hij is zelfs zo ontzettend rood van het slaan, dat je bijna medelijden met hem krijgt. Is er hoop op een nieuw begin?
Als toeschouwer word je gedwongen tot het stellen van vragen. Wanneer is een grap een grap, wanneer is een grap kwetsend? Wat kan je wel of niet zeggen? Wanneer ben je als witte man superieur?
Ik heb vanaf het begin ademloos zitten kijken. De performer wist je aandacht vast te houden. Vooral zijn blik wist je te pakken en niet meer los te laten. Hij danst ontzettend goed, hij wist je te raken met zijn spel. Zijn zang was iets minder, maar dat was niet echt storend, het paste wel bij hem. Er was echter een “klein” dingetje dat hem net niet als ultieme macho witte man liet zien. De vijf zangeressen zongen de sterren van de hemel. Zij hadden duidelijk geen problemen met de naaktheid van de performer. De voorstelling was ingenieus in elkaar gezet. De muziek, het spel, de zang, de dans, alles paste perfect in elkaar.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet helemaal uit de tekst op de folder kon uitmaken wat ik nu precies ging zien. Dit hoorde ik ook om mij heen na afloop in de foyer. Ikzelf heb totaal geen problemen met naaktheid, maar dit was voor sommige mensen om mij heen toch een ding, waar zij graag van tevoren op geattendeerd hadden willen worden.
Credits
Choreografie i.s.m Oliver Wagstaff, Florans Harris, Tiffany Vicario, Jèrica Sousa da Luz Páscoa, Radna Verweij, Fleurella Hooi
Artistiek assistent :Heleen van Gigch
Lichtontwerp : Ate Jan van Kampen
Geluidsontwerp
Jorg Schellekens : Decor en kostuums
Elsemarijn Bruys
Arrangeur : Shanice Redan
Dramaturgie : Jappe Groenendijk
Met dank aan Theater Zuidplein, Korzo
Met steun van Fonds Podiumkunsten, Fonds 21, Gemeente Rotterdam, Prins Bernhard Cultuurfonds, Gemeente Den Haag, Stichting Droom en Daad.

