Recensie: Martijn van Vuuren
Foto: Daan van den Broek
In De Kleine Komedie in Amsterdam is Andries Tunru in première gegaan met zijn derde soloprogramma “Marmer.” Tunru kennen we als de goedlachse en ontwapenende theaterpersoonlijkheid, de helft van het improvisatieduo “Beperkt Houdbaar” en zijn tv en radio optredens. Een cabaretier die weinig mensen tegen de borst zal stoten en een unieke en originele kijk heeft op alledaagse situaties.
In zijn derde programma slaat hij een nieuwe weg in. Met vier jaar ervaring in het maken en spelen van zijn soloprogramma’s in zijn rugzak, durft hij het aan om meer van zichzelf te laten zien. Wie is de jongen achter die snelle grappen? Dat het spreekwoord ‘ieder huisje heeft zijn kruisje’ ook van toepassing is op het gezin Tunru uit Culemborg laat hij blijken.
In de voorstelling neemt hij het publiek mee in de overwegingen en reflecties die momenteel als 32-jarige bij hem spelen. Hij heeft 12 jaar een relatie en een grote kinderwens. Dan komt het moment dat je je af moet vragen of je dat wel aan kunt, aldus Tunru.
Zeker gezien het feit dat hij zes cruciale jaren van zijn jeugd is geconfronteerd met een narcistische stiefvader met borderline en smetvrees.
Hij schakelt in zijn voorstelling tussen serieuze momenten waarop hij uit de doeken doet hoe deze meervoudige persoonlijkheidsstoornis van invloed is geweest op zijn jeugd en uitstapjes naar andere luchtigere onderwerpen. In deze uitstapjes durft hij ook wat scherper te zijn met grappen over politiek en klimaat.
Dat hij ook de meervoudig bekroonde koning is van het improvisatie theater, laat hij zien in een tweetal momenten waarop hij de dialoog aangaat met zijn publiek. Op een innemende manier gaat hij het gesprek aan met iemand. Met deze input improviseert hij vervolgens een persoonlijk lied aan de vleugel. Een ongekend groot talent van deze cabaretier.
De verhalen over zijn jeugd zijn naast aangrijpend en bizar ook luchtig. Je merkt in alles dat Andries Tunru nu zover is om dit verhaal met zijn publiek te delen. Door de nodige zelfspot, ironie en luchtigheid voel je je soms bijna bezwaard om te lachen om de wrange beschrijvingen van zijn jeugd.
De vier kinderen van het gezin Tunru moesten namelijk van hun stiefvader werken met een pluimen systeem. Je start de dag met 10 pluimen en voor iedere positieve of negatieve bijdrage kon je pluimen verdienen of verliezen. Aan het eind van de dag werd de balans opgemaakt en kwam de ranking van kinderen die al dan niet succesvol waren. Naar aanleiding van de verdiende pluimen kon je privileges verdienen, met als summum de 15 pluimen waarmee je mocht kiezen wat je wilde eten.
Dit in combinatie met de grote invloed die de smetvrees van de stiefvader teweeg bracht in het gezin en de ‘poefpreken’ waarin de narcistische trekken tentoongesteld werden, maakt dat Tunru zich af vraagt of hij wel geschikt is als vader.
Het publiek in de zaal zal geen moment twijfelen aan het feit dat hij het in huis heeft om een goede vader te zijn. Dit bewijst hij door zijn empathische vermogen waarmee hij zich kan verplaatsen in zijn stiefvader. Nergens klinkt wrok door in zijn verhaal. Tunru gelooft in het feit dat hij alles deed vanuit zijn beste bedoelingen. Met deze zelfreflectie en vergevingsgezindheid brokkelt hij ook het laatste stukje van het marmer af en komt de ware Andries uit het gesteente naar voren, die trots mag zijn op de manier waarop hij zijn verhaal heeft verwerkt in een theatervoorstelling die gezien mag worden.